Nieuws
Geplaatst op: 25-10-2022 om 18:02 uur
Laatst gewijzigd op: 25-10-2022 om 18:11 uur

Column: Een positieve ontwikkeling

Afgelopen week presenteerden GGD en JGZ Kennemerland de uitkomsten van de Kindermonitor. Uit dat onderzoek blijkt dat kinderen in de GGD-regio Kennemerland vaker een uur of meer per dag bewegen dan in 2014 en 2018. Het is de derde keer dat deze Kindermonitor plaatsvindt. In het voorjaar van 2022 vulden zo’n 6500 ouders een vragenlijst in over hun 0-11 jarig kind. Een positieve ontwikkeling dus.

Voor kinderen is het advies om minimaal 1 uur per dag te bewegen. In de GGD-regio Kennemerland beweegt 86% gemiddeld minimaal 1 uur per dag. Dat is meer dan in 2014 (76%) en 2018 (81%). Kinderen spelen veel van die tijd buiten. Bewegen kan ook door zelf naar school te lopen of te fietsen. Dat stimuleert niet alleen het bewegen van kinderen, maar ook hun praktijkervaring in het verkeer.

Fruit of groente als 'tienuurtje'

Naast bewegen is gezond eten en drinken belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Veel kinderen drinken dagelijks water (82%) en eten dagelijks fruit (78%) en groente (54%). Het is goed dat er een positieve ontwikkeling plaatsvindt, maar er is ruimte voor verbetering. Zeker als het gaat om het eten van voldoende groente in de regio. Dit kan door op school alleen water en fruit of groente toe te staan als ‘tienuurtje’ en door het realiseren van gezonde sportkantines. De GGD kan en wil scholen en sportclubs hierbij ondersteunen. In Kennemerland zijn al vele enthousiaste scholen die structureel en integraal werken aan een gezonde leefstijl van de leerlingen, via de methodiek Gezonde School.

Vragen? Neem contact op

GGD Kennemerland staat voor een goede start voor ieder kind. We willen dat kinderen veilig en gezond (fysiek en mentaal) opgroeien in een gezonde leefomgeving die uitnodigt om gezond te eten, te bewegen en te ontspannen. Heb je vragen over de gezondheid of opvoeding van je kind? De jeugdarts of -verpleegkundige denkt graag met je mee. Neem daarvoor contact met ons op.

Column van Directeur Publieke Gezondheid Bert van de Velden.